De saaie Basis deel 1

Onderstaand zie je een foto van een typisch instelwieltje op een Dslr.
Sommigen zullen reeds wat symbolen herkennen van op hun vorige toestel.

De ‘groene stand’ ofwel de auto stand die vergeten we vanaf nu.Daarvoor hebben we geen Dslr gekocht toch?
De symbooltjes die vergeten we ook .Dat is al de helft minder om te onthouden . Super niet ? 🙂
Wat staat er nog op ?
M : manueel ; die vergeten we in het basis deel ook even.
S of Tv : Shutter; stel zelf je sluitertijd in en de rest gaat automatisch
A of Av : Aperture; stel zelf je diafragma in en de rest gaat automatisch
P : alles gaat automatisch maar toch weer niet. heuuu ?? Lees verder

Yep de P-stand.
Hiermee gaan we experimenteren .Dit is de ideale stand om te leren begrijpen wat de invloeden zijn van de sluitertijd en de aperture(lensopening) met en op elkaar.

Om de P-stand, die we in volgend hoofdstuk bespreken, optimaal te begrijpen moet je maar 2 dingen begrijpen.
Yep slechts 2 maar het zijn DE belangrijkste in de hele fotografiekunst.

Die zijn :

1|wat voor invloed heeft de sluitertijd op mijn foto.
2|wat voor invloed heeft de aperture op mijn foto.

1| De “sluitertijd” bevriest je onderwerp en bepaalt hoe lang er licht op de sensor valt.
Nu is het logisch dat hoe verder een lichtbron van je weg is, hoe langer het duurt dat het licht op je sensor valt.Het omgekeerde telt dus ook.
Wat wil dit zeggen. Hoe langer je sluitertijd hoe meer omgevingslicht er op je sensor valt en hoe klaarder je foto dus.

Zeer leuk MAAR er zit een adertje onder het gras.

Als je toestel stabiel staat en je onderwerp beweegt niet kan je perfect lange sluitertijden gebruiken als er weinig licht is maar een foto uit de hand trekken en/of een bewegend onderwerp, zal je een onscherpe foto geven.Ofwel heb je zelf bewogen ofwel heeft je onderwerp bewogen terwijl de sluiter(shutter) nog open stond.
Om die reden moet je er dus voor zorgen dat de sluitertijd kort genoeg is dat jouw beweging of die van je onderwerp geen invloed heeft.

Een richtlijn : 1/60 kwa sluitertijd zal vaak de limiet zijn. Dit hangt af van de lens. Echter met een standaard kit lens (18-55 of dergelijke) is dit een goede richtwaarde.
Een flits kan hierbij helpen maar dat is voor een later hoofdstuk.
Is er genoeg licht dat zal je vaak ook die sluitersnelheid kort willen houden.
Voor spelende kinderen te fotograferen bijvoorbeeld zal je al snel een sluitertijd van 1/125 ; 1/250 nodig hebben.

Conclusie : hoe sneller je onderwerp beweegt hoe korter je sluitertijd moet zijn.

2| Aperture : het diafragma wordt aangeduid met de letter f en een waarde erachter.
Bijvoorbeeld : f2.8 / f5.6 / f8 / f11
Maar wat is dat nu ?
Het diafragma is zoals de iris van je oog.Als je buiten komt bij veel zonlicht wordt die kleiner en als het donker is wordt die groter. Logisch toch ?

Dan volgt nu de : ik moet het 5 maal lezen uitleg en dan begrijp ik het nog niet .

Hoe groter het f-getal(f8/f11/f22/…), hoe kleiner het diafragma.
Hoe kleiner het diafragma, hoe minder licht er op de sensor valt.
Hoe minder licht er op de sensor valt, hoe scherper het totale beeld rond je focus.

Chinees niet ? We maken het makkelijker.

Zoals ik al schreef werkt het diafragma van een Dslr als de iris van je ook.
Meer licht => wordt ze kleiner
Minder licht => wordt ze groter.
Als je buiten zit zal je iris zich zo regelen dat je ongeveer altijd even veel licht ‘ontvangt’ maar aan alles is een grens natuurlijk. Daarom dat ze een zonnebril en nachtkijkers hebben uitgevonden.

Nu vertalen we dit naar foto-taal :
Meer licht -> wordt ze kleiner
=> Veel licht = groot getal => kleine iris

Minder licht -> wordt ze groter.
=> Weinig licht = klein getal => grote iris.

Is er dus véél licht neem je dus een groter f-getal.

Nu staat er nog een belangrijk iets in de laatste regel van die chinese tekst.
Scherper!
Yep , het diafragma bepaalt wat er allemaal scherp is.
Kijk nog eens naar bovenstaande foto en kijk goed wat scherp en wat wazig is
Optelt, het bepaalt niet of je foto scherp maar wat er allemaal scherp is, dat is iets volledig anders.
Daarom spreken we van scherptediepte!
Het gedeelte waarop je scherpstelt (focus) is scherp maar wat zal er nog scherp zijn?
Je kent ze wel die foto’s waarop de achtergrond wazig is en het onderwerp mega zalig scherp.Het is net of de voorgrond uit de foto springt.
Of omgekeerd waarop zowel de voorgrond als de achtergrond perfect scherp is.

Terug naar het ogen voorbeeld.

Wat doe je als je iets in de verte wil lezen maar net niet lukt ? Inderdaad je knijpt je ogen wat toe en hopla je kan het lezen.Super toch, die kijkers van ons.
Wel in een fotocamera werkt het net het zelfde.
Hoe kleiner de opening van je diafragma , hoe meer er scherp.Zowel voor als achter je onderwerp waar je de focus op zet.++++++++++++++

Wat kunnen we hier nu mee ?

als we een kleine F-waarde nemen (f1.4 /f2.8 / f4 / ) hebben we de minste ‘oppervlakte’ op onze foto dat scherp zal zijn.De ruimte voor en achter ons onderwerp zal dus langzaam onscherp worden.
Nemen we een groot diafragmagetal (f8/f11/f22/…) dan zal er een veel groter oppervlak scherp zijn.Denk aan je ogen toeknijpen en je zal het wel onthouden.
Meer scherpte => groter f-getal

Elke lens heeft een minimum f-getal.Bij een kit-lens en vele andere zal dit 2 waardes zijn.
Bv : f4-f5.6
Het eerste getal is de laagste f-waarde dat je kan instellen als je lens volledig uitgezoomt is (wide/breedste zicht)
Het 2de getal is de laagste f-waarde dat je kan instellen als je lens volledig ingezoomd is.(tele)
Je zal de f-waarde nooit lager kunnen instellen dan dit getal.Probeer ze dus niet op f2.8 te zetten want dat zal je nooit lukken.

Conclusie : de f-waarde bepaalt hoeveel lichter er ineens op je sensor kan vallen en wat er allemaal scherp zal zijn

Om af te sluiten

Welke invloed hebben ze op elkaar en wat doe ik er mee ?

Lees dit binnenkort in deel 2 van de Basic’s
Druk op de RSS-feet knop en je wordt automatisch op de hoogte gebracht.